Het tweede en derde visioen wordt uitgelegd door Gabriël:

zie, daar staat tegenover mij
   naar het zich laat aanzien een kerel.	 

Ik hoor de stem van een mens 
   over de Oelai,-
die roept en zegt:
Gabriël,- kerel van God,
doe hem daar dit gezicht verstaan!

terwijl ik nog spreek en bid,-
komt de man Gabriël,
vliegensvlug aangevlogen
en raakt mij aan,

Hoewel Gabriël hier als man en niet als een engel wordt aangeduid, is hij dat volgens de Joodse en Christelijke traditie wel. Gabriël komt alleen twee keer voor in het Oude Testament in dit boek Daniël. In het Nieuwe testament komt Gabriël ook twee keer voor in Lucas. Een keer als boodschapper voor de priester Zacharias, om de geboorte van Johannes aan te kondigen. De tweede keer voor Maria, om de geboorte van Jezus aan te kondigen.

ik ben Gabriël
die voor Gods aanschijn staat
en ik ben uitgezonden om tot jou te spreken
en je dit alles aan te kondigen;

De aankondig-engel Gabriël wordt gezonden
van God

Het vierde visioen wordt uitgelegd door een man, niet bij name genoemd. Deze noemt wel drie keer Michaël, niet als engel, maar als vorst.

maar ziedaar, Michaël,
een van de eerste oversten
   kwam mij te hulp,-

jullie vorst Michaël,

in die tijd zal Michaël opstaan,
de grote vorst
die de zonen van jouw gemeenschap
bijstaat;

Het Hebreeuwse woord [Sar] wordt ook wel vertaald met 'prins' in plaats van overste. Overigens is de vertaling van vorst ook afkomstig van hetzelfde Hebreeuwse woord [Sar].

Michaël wordt verder nog twee keer in het Nieuwe Testament genoemd, de eerste keer in de brief van Judas:

toen de aartsengel Michaël
in een twist met de duivel
onderhandelde over het lichaam
van Mozes, durfde hij geen
lasterlijk oordeel in te brengen;

de tweede keer dat Michaël in het Nieuwe Testament genoemd wordt, is dit in het boek Openbaring van Johannes:

En er geschiedde oorlog in de hemel.
Michaël en zijn engelen streden 
tegen de draak.
En de draak streed met zijn engelen.

Het begrip vorst wordt in het boek Daniël op verschillende manieren gebruikt (ook bijvoorbeeld in de vorst der hovelingen, of de drie grootvorsten, van wie Daniël er één was).
Gabriël is hier een man ['iysh], die kan vliegen: een engel. Michaël is een vorst [sar], een aartsengel, een prins der engelen.
Gabriël en Michaël zijn ook de enige twee engelen die met name genoemd worden in de Bijbel, ook al wordt uit de apocriefe boeken hier Rafaël en Uriël aan toegevoegd.

Het mooiste verhaal uit Daniël zijn niet de engelen, niet Gabriël en Michaël, maar de beschrijving van één man, gekleed in linnen,- en zijn lendenen omgord met brokaat van Oefaz.

Zijn lijf is als turkoois,
zijn aanschijn
zoals bliksem eruitziet
   en zijn ogen als fakkels van vuur;
zijn armen en zijn benen
ogend als geboend brons,-
en het geluid van zijn woorden
   als het geluid van een menigte.

Alle Bijbelverwijzingen op deze pagina komen uit de Naardense Bijbel.

Andere verwijzingen: